Herman van Vliet begon zijn carrière als organist meer dan 50 jaar geleden. Een carrière die gerust een levenswerk genoemd mag worden.
Al van kinds af aan was hij geboeid door het orgel en door orgelmuziek, daarin gestimuleerd door het bijwonen van concerten van Feike Asma en Jeanne Demessieux.
Zijn eerste lessen kreeg hij van Wim van der Panne en vervolgens aan het Utrechts Conservatorium bij Stoffel van Viegen, Cor Kee en Willem Mudde. Toen hij op zijn 24e zijn einddiploma solospel had behaald, wilde hij zich verder ontwikkelen en volgde interpretatieslessen bij Jean Guillou en Feike Asma. Hij was kerkorganist in Bodegraven, Oudewater, Woerden en van de St. Joriskerk in Amersfoort.
Naast zijn werk als kerkorganist heeft Herman van Vliet er altijd een levendige concertpraktijk op nagehouden. In zijn concertprogramma´s combineerde hij veelal bekend en onbekend repertoire, een direct gevolg van zijn grote liefhebberij: speuren naar onbekende en zelden uitgevoerde orgelmuziek. In antiquariaten en archieven trof hij bladmuziek aan van componisten als Edouard Batiste, Alexandre Cellier, Louis Thiele en Karl Hoyer. Ook minder bekend repertoire van Nederlandse componisten als Bernard Zweers en Johannes Gijsbertus Bastiaans wist hij aan de vergetelheid te ontrukken. Aan deze laatste componist wijdde hij in de jaren tachtig een complete opname. Hoe breed zijn interesses ook waren, Van Vliets hart lag vooral bij romantisch repertoire.
Zo voerde hij in 1983 en 1987 de 10 orgelsymfonieën van Widor integraal uit op grote Nederlandse orgels, de zogeheten ´Widoriade´. Daarna legde hij de orgelwerken van Widor vast met een reeks van cd-opnames op Franse Cavaillé-Coll-orgels. Van Vliets verdiensten voor de Franse orgelmuziek zijn niet onopgemerkt gebleven: de Société Académique ´Arts Sciences, Lettres´ te Parijs onderscheidde hem met drie medailles. In 2001 werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Zijn kenmerkende projectmatige aanpak zette hij voort met het integraal opnemen van de 18 bundels met “Pièces dans différents styles” van Alexandre Guilmant
In 2011 vierde hij zijn vijftig-jarig jubileum als organist.
Naast zijn werkzaamheden als organist zette hij zich meer op de achtergrond in voor de orgelcultuur en het protestantse lied. Onder andere door deel te nemen aan één van de werkgroepen van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) dat in 2013 het nieuwe liedboek voor de kerken presenteerde. Via het orgellabel Festivo was hij betrokken bij de tot standkoming van belangrijke muziekproducties, zowel door jong talent een kans te bieden als het realiseren van (her)uitgaven van muzikaal-historisch belang. Ook op het gebied van orgelbouw heeft hij zijn kennis en kunde ingezet door als orgeladviseur op te treden bij nieuwbouw- en restauratieprojecten.
Aan zijn wens om zich nog toe te leggen op de harmonium-composities van zijn geliefde componisten is hij niet toegekomen.